Tot gister had ik nog nooit zelf jam gemaakt. Het stond al wel lang op mijn to do list, maar het kwam er nooit echt van. Aangezien het morgen Pasen is, en jam natuurlijk niet mag ontbreken bij een paasontbijtje, leek het mij een mooie gelegenheid om me er maar eens aan te wagen. Alhoewel, wagen is nogal een groot woord. Jam is namelijk heel makkelijk om zelf te maken. Eigenlijk heb je maar twee ingrediënten nodig: fruit en geleisuiker. Gebruik fruit dat je over hebt of je kan ook heel goed diepvriesfruit gebruiken.
Hier een super simpel recept voor een flinke pot zelfgemaakte frambozenjam.
Dit heb je nodig voor een flinke pot jam
500 gram frambozen (of ander rood fruit, je kan ook diepvriesfruit nemen)
500 gram geleisuiker
het sap van 1/2 citroen
Extra nodig: pot voor de jam
Zelf heb ik fruit uit de diepvries gebruikt, dat gaat ook prima. Neem ongeveer evenveel suiker als fruit.
Doe het fruit samen met de suiker en het citroensap in een ruime pan. Roer alles goed door elkaar en breng langzaam aan de kook.
Druk met een houten lepel een deel van de vruchten fijn. Dit zorgt ervoor dat er pectine vrij komt. Pectine is een zuur dat maakt dat de jam beter bindt.
Laat alles ongeveer 15 minuten zachtjes koken. Kook ondertussen in een andere pan met water een potje en laat deze op een schone doek uitlekken (de vaatwasser maakt een potje ook goed schoon).
Doe dan de ''lepeltest''. Schep een beetje jam op een lepeltje en leg even in de koelkast (minuut of 5) om te testen of het al stolt. Zo ja? Dan is de jam klaar! Zo nee? Laat het dan nog eventjes doorkoken.
Schep de jam in de pot. Laat 'm eventjes een beetje stollen. Draai dan de deksel erop en zet de pot op z'n kop. Zo kan de hete lucht in de potten zichzelf vacuüm zuigen en blijft de jam zeker wel een jaar houdbaar. Zet weg om af te koelen.
Lekker voor bij het ontbijt of voor bij scones of doe een potje zelfgemaakte jam aan iemand kado.