Steak tartaar at ik voor het eerst op een terrasje in Brussel in de volle zon. Op het begin was ik een beetje huiverig bij het zien van een bord rauw vlees met een rauw ei erin, maar toen ik de steak tartaar proefde was ik gelijk om. En ook mijn darmstelsel heeft het eten van steak tartaar op een warme zomerdag overleefd.
Mijn tweede steak tartaar ervaring was in een restaurantje in Parijs. Deze keer was eigenlijk nog lekkerder, misschien ook wel omdat ik minder na dacht over het idee rauw vlees te eten. Hier serveerden ze de fijngesneden sjalotjes, kappertjes en cornichons apart van het vlees met de eidooier erin. Ook kon je de tabasco en mosterd aan tafel zelf toevoegen. Toen bedacht ik dat je dit klassieke gerecht ook heel makkelijk thuis kunt maken.
Inmiddels is steak tartaar een van mijn lievelingsgerechten geworden.
Hier het recept voor deze klassieker.
Ingrediënten voor 2 personen
300-400 gr goede kwaliteit kogel biefstuk of ossenhaas
2 eidooiers
1 sjalot
4 tl kappertjes
8 cornichons (knapperige kleine augurkjes)
2 tl mosterd
peterselie
worchestersaus
tabasco
peper en zout
Een scherp mes is een must. Snijd het vlees eerst in reepjes en dan in kleine blokjes. Doe dit in een roestvrijstalen of glazen mengkom.
Snijd het sjalotje, de kappertjes, de cornichons en peterselie fijn. Doe dit erbij in de mengkom.
Voeg de mosterd, worchestersaus, tabasco en peper en zout naar smaak toe. Schep alles door elkaar. Proef of er nog wat tabasco, peper of zout bij moet.
Gebruik een kookring om de steak tartaar in een mooie cirkel te serveren.
Ook leuk om alle ingrediënten los te serveren. Schep dan het fijngesneden vlees in een cirkel op het bord en maak een kuiltje voor de eidooier. Serveer de mosterd, worcestersaus, tabasco, het fijngesneden sjalotje, de kappertjes, de cornichons en zout en peper er apart naast.